|
6. Aanbevelingen
Voor de voortgang van dit onderzoek moet ten eerste een goed werkende oven-AAS
aanwezig zijn, zodat er conclusies worden getrokken uit betrouwbare resultaten.
In dit onderzoek is aangenomen dat een gevonden concentratie in de plant
volledig beschikbaar is voor het ecosysteem. De onderzoeksvraag, hoe
representatief de opname van zware metalen in waterplanten is voor de
blootstelling aan de rest van het ecosysteem, zal eerst verder moeten worden
onderzocht voordat dit onderzoek wordt vervolgd.
De opnamemechanismen en de invloed van milieufactoren moet uitgebreider worden
onderzocht. Om de milieufactoren in verband te brengen met de concentratie in
de plant, moet een gemiddeld beeld van de beek worden verkregen. Dit is
mogelijk door de milieukwaliteit over een langer termijn te bepalen
(bijvoorbeeld een jaar).
Tijdens dit onderzoek is er een hoog gehalte aan nikkel in de waterplanten
gevonden op de referentielocatie. Het is niet duidelijk of dit komt door de
achtergrondconcentratie van de plant, langdurige accumulatie, de verspreiding
van nikkel in de Groote Beek of door een analysefout. Om uit te sluiten dat
de nikkelverontreiniging is verplaatst naar de referentielocatie, zou opnieuw
het slib op aanwezigheid van nikkel moeten worden geanalyseerd. Om de
achtergrondconcentratie in de plant te bepalen, zou in plaats van bemonstering
in de beek een proefopstelling gebruikt kunnen worden. In deze proefopstelling
kan dan het slib van de vervuilde locatie en referentielocatie gebruikt worden
en "schone" waterplanten worden gekweekt. Door het nagenoeg uitsluiten van
milieufactoren en leeftijdverschillen van de waterplanten kan ook worden
bepaald of milieufactoren invloed hebben op de opname van zware metalen.
| |
|